☰ Menu

H. F. Stander en J. P. Louw, De doop in de vroege kerk

In de discussie rond zuigelingen- en gelovigendoop zou eigenlijk alleen gekeken moeten worden naar wat de Bijbel zegt over de betekenis van de doop. Maar zoals bij bijna elk onderwerp waarin christenen van mening verschillen, wordt ook de kerkgeschiedenis erbij gehaald om het eigen gelijk te staven. De interpretatie van bronnen kan echter verschillen. De geleerden van nu zijn er immers tóen niet bij geweest.

Dit boekje wil vooral de bronnen laten spreken, maar ontkomt er ook niet aan om conclusies te trekken, die door anderen worden betwist. De auteurs van De doop in de vroege kerk stellen het volgende vast:

Of de lezer het nu eens of oneens is met de conclusies die Stander en Louw trekken, één ding wordt in ieder geval duidelijk: in de Vroege Kerk golden er vaak heel andere visies op de betekenis van de doop dan wat nu onder zuigelingen- en gelovigendopers aangehangen wordt. Daardoor zijn de bewuste citaten van kerkvaders niet zomaar te gebruiken in de hedendaagse doopdiscussie.
En het blijft natuurlijk vreemd om de vroege christenen op te voeren om je (zuigelingen)doopvisie te onderbouwen, terwijl volstrekt voorbijgegaan wordt aan de performatieve betekenis van de doop in de Vroege Kerk en de doophandelingen als zalving en duiveluitdrijving, die de christenen toen hanteerden.

Prof. dr. H.F. Stander, prof.dr. J.P. Louw, De doop in de vroege kerk, Veenendaal 2010, ISBN 978-90-812183-5-1