☰ Menu

Hoite Slagter, In de band van het verbond

In kort bestek (64 bladzijden) zet de schrijver zijn visie uiteen over het verbond. Veel christenen nemen aan dat zij deel hebben aan het  (nieuwe) verbond (blz. 7), maar dat is vervangingstheologie. Hiermee wordt bedoeld: denken dat de Gemeente in de plaats van Israël is gekomen en dat alles wat Israël toekomt, overgegaan is op de Gemeente. De protestanten hebben dit idee overgenomen van de Rooms-katholieke kerk, aldus de auteur (blz. 11).

Het Hebreeuwse woord voor ‘verbond’ is berieth, dat van het woord barah (= snijden/eten en vervolgens kiezen/selecteren) komt. Een verbond is een afspraak tussen minimaal twee partijen die daartoe samenkomen (blz. 12).

Verschillende verbonden

In de Bijbel komen veel verbonden voor:

– Gen. 2:16-17 (Hosea 6:7 verwijst hiernaar): het verbond tussen God en Adam. Dit verbond is niet gesloten met Eva (die was er toen nog niet). De schuld en de verantwoordelijkheid voor het verbreken van dit verbond lag daarmee bij Adam (vergelijk Hosea 6:7; Rom. 5:12, 14) (blz. 19-20).

– Gen. 6: 17-18: het verbond tussen God en Noach. Dit verbond wordt in Gen. 9:8-10 bekrachtigd. En in vers 11-13 uitgebreid naar alle levende wezens en de aarde (vers 13, 17).

– Gen. 15: 6-18 (Luk.1:72-73 verwijst hiernaar): het verbond tussen God en Abram. Dit verbond is eenzijdig: het wordt door de Heere gesloten met Abram, terwijl Abram slaapt (blz. 12-13). Het is een verbond zonder voorwaarden: een genadeverbond. Wij, als gelovigen, hebben ook deel aan de genade van God (blz. 14). In Gen. 15 wordt het verbond gesloten door tussen de gedeelde dieren door te gaan. Zoals de dierendelen bij elkaar horen, zo horen de verbondsluiters ook bij elkaar (blz. 15).

– Ex. 2:24: het verbond tussen God en Abraham, Izak en Jakob, oftewel het volk Israël. Dit is een huwelijksverbond (blz. 23), zie Jer. 3:14. Dit is het zogenoemde ‘oude verbond’. Exodus 19 beschrijft de oude-verbondssluiting van God met Israël in de Sinaï. Dit oude verbond met Israël is volgens de auteur de zichtbare vorm van het oerverbond met Abram (blz.28).

Israël en Christus

Ex. 19:6 stelt dat Israël voor God een ‘koninkrijk van priesters en een heilig volk’ zal zijn. Israël heeft een middelaarsfunctie tussen God en de volkeren. Zoals de stam Levi de priesterstam was voor het volk Israël, zo wordt Israël het priestervolk voor alle volken. Dat is onder het oude verbond niet gerealiseerd, maar zal onder het nieuwe verbond wel gerealiseerd worden. ‘Er zal een tijd komen waarin volken, wanneer zij iets van de Heere willen, dit via Israël zullen doen’ (blz. 29). God zal ook via Israël Zijn Woord bekend maken (Jes.2:3b). ‘Dat is namelijk de functie van een priester’ (blz. 29). De vraag is, hoe deze positie zich verhoudt tot Christus als Middelaar tussen God en mensen. Daar gaat Slagter niet op in.

Verbondsbreuk en nieuw verbond

Een huwelijksverbond of trouwverbond kan eindigen door een echtscheidingsbrief of de dood (Deut. 24). Dat is ook daadwerkelijk gebeurd tussen God en het huis van Israël (blz. 31, 34; 2 Kon. 17, Jer. 3:8). Het huis van Juda heeft echter nooit een echtscheidingsbrief ontvangen (blz. 35). Paulus spreekt over de tweede reden om een huwelijk te eindigen: door de dood (Rom. 7:1-4). Paulus spreekt in dit gedeelte tot mensen die de Wet kennen (vers 1) (blz. 44). Volgens Slagter gaat het hier om het huis van Juda (de stammen Juda en Benjamin) (blz. 41). In de tijd van Jezus was er alleen sprake van een verbond met Juda (blz. 42). Doordat Christus stierf (Rom. 7:2b, 4a), is de vrouw (Juda) vrij van de wet en mag zij het eigendom worden van Christus (blz. 45). De gelovigen uit de Joden doen geen overspel als ze in Jezus gaan geloven (vers 3). Jezus maakte een einde aan het oude verbond (Ef. 2:15) door te sterven (blz. 46-48). Zijn opstanding maakte de voortzetting van Gods verbondshandelen met Israël mogelijk, door het nieuwe verbond van de Geest (blz. 48).

In Hebr. 8: 8-9 en Jer. 31:31 staat, dat de Heere met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw, beter verbond zal sluiten. Het nieuwe verbond is, evenals het oude verbond, met het Hebreeuwse volk gesloten en niet met de Gemeente (het lichaam van Christus) (blz. 27). Het nieuwe verbond maakt Israël en Juda één (vergelijk onder meer Ezech. 37:22 en Joh. 10:16). Daarom wordt er vervolgens alleen nog gesproken over ‘Israël’ (Jer. 31:33 en Hebr.8:10).

Lichaam van Christus

Slagter stelt vast, dat de Heere geen verbond met de gelovigen uit de heidenen heeft gesloten, maar met Israël. Wel maken de gelovigen uit de heidenen deel uit van het ene lichaam van Christus, van wie Christus het hoofd is (blz. 53).

Bijbels gezien kunnen hoofd en lichaam op twee manieren verbonden zijn: als huwelijksverbond (de man is het hoofd van de vrouw. De vrouw wordt zijn lichaam genoemd (1 Kor.11:3; Ef. 5:23, 28); daarnaast is er sprake van verbondenheid tussen hoofd en lichaam als beiden in één en hetzelfde lichaam verenigd zijn (blz. 53). In het laatste geval is er géén sprake van een verbond tussen hoofd en lichaam, want de eenheid was er vanaf het begin. Het leven, dat zich in het hoofd bevindt, bevindt zich ook in het lichaam. Zo schrijft Paulus over de eenheid tussen Christus als hoofd en de gelovigen als Zijn lichaam (Kol. 3:4; Ef. 1: 22-23; 3: 3, 6). Als gelovige heb je deel aan Christus zelf! (blz. 54-55).

Slagter concludeert: ‘Het is niet nodig om de zegeningen van het nieuwe verbond die de Heere in Zijn plan voor Israël bestemd heeft als het ware van Israël af te pakken. Ook roept de Heere de gelovige van nu niet op zich aan allerlei rituelen en gebruiken te houden die voortvloeien uit het (nieuwe) verbond’ (blz. 55).

Tot slot

De visie van Slagter – het oude en nieuwe verbond is alleen met Israël gesloten – roept veel vragen op, waar het boekje niet op in gaat. Hier wreekt zich de compactheid. Hoe moet je dan het Heilig Avondmaal zien? In 1 Kor. 11: 25 wordt de drinkbeker het nieuwe verbond in Christus’ bloed genoemd. Slagter laat het onbesproken.

Wel zet het boekje aan het denken. Als we het hebben over ‘het verbond’, welk verbond bedoelen we dan? En hebben we scherp voor ogen wat de inhoud is van het verbond en met wie het is gesloten? Het wordt tijd om de gereformeerde verbondstheologie in het licht van wat Slagter schrijft, opnieuw te doordenken.

Hoite B. Slagter, In de band van het verbond, Everread Uitgevers 2014 Wijk bij Duurstede, ISBN 9789066943117