De doop in ’t kort
Doopdiscussie
Binnen het christendom wordt er verschillend gedacht over de doop. Daarom is het goed om terug te gaan naar de bron: Gods Woord.1 Maar hoe lezen wij de Bijbel? Het antwoord op die vraag wordt onder meer bepaald door onze opvoeding, kennis, ervaringen en beelden. Iedereen kijkt met een bepaalde ’theologische bril’ naar de Bijbel. Daar dien je je van bewust te zijn. Wil je samen verder komen, dan moet je ook bereid zijn om je eigen ’theologische bril’ te toetsen aan de hele Bijbel. Zie je voldoende scherp?
Betekenis van de doop
Het valt op dat de afzonderlijke Bijbelteksten een bepaald aspect van de doop belichten. Je moet dus vele teksten bestuderen om een ‘compleet plaatje’ te krijgen. Daarnaast zijn er teksten, waarover discussie bestaat óf daarin wel over de doop wordt gesproken.
In ieder geval zegt de Bijbel:
- De mens ligt in de macht van de zonde.2 God heeft echter door Christus de mogelijkheid gegeven om gered te worden en eeuwig te leven voor Hem.3 Om gered te worden, heb je geloof nodig.4 God schenkt dat geloof, uit genade.5 In de Bijbel lees je ook over termen als ‘uitverkiezing’6, ‘bekering’7, ‘opnieuw geboren worden’8 en ‘verbond’9, die allemaal te maken hebben met het wonder dat God omziet naar zondige mensen en hen redt.
- Ieder die tot geloof is gekomen, mag gedoopt worden.10
- De doophandeling laat zien wat met de dopeling is gebeurd:
- De dopeling doopt niet zichzelf,11 maar wordt gedoopt in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest.12 De grond voor de doop is niet het getuigenis van de dopeling, maar het werk dat de drie-enige God voor hem en in hem heeft gedaan: God gaf het geloof13, gaf Zijn Geest14 en vergaf de zonden van de dopeling door Christus.15
- Het ondergaan in water symboliseert het sterven.16 De dopeling is met Christus gekruisigd,17 gestorven en daardoor vrij van de zonde.18 Zijn oude, zondige leven is weggedaan, weggesneden door een besnijdenis, die zonder handen is gebeurd.19 Hij leeft in Christus en Christus leeft in hem. 20 Hij is hierdoor een zoon van Abraham en deelt in de belofte die aan Abraham is gedaan.21
- De dopeling blijft echter niet onder water. De doop heeft een doel, namelijk dat de dopeling er weer uit opstaat.22 Hij is als het ware gereinigd23, met Christus opgewekt in het nieuwe leven.24 Hij is opnieuw geboren.25 De Heilige Geest woont in hem, waardoor hij deel uitmaakt van de Gemeente, het Lichaam van Christus.26
- De dopeling heeft van God een ‘goed geweten’ ontvangen of bidt daarom27. Want na de doop is het niet klaar. De doop heeft consequenties voor de dopeling en verplicht hem om heilig te leven.28
Toets en handel daarnaar
De dooppraktijk ging in de loop der eeuwen afwijken van wat de Bijbel zegt. Om dit te willen rechtvaardigen, werden allerlei theologische constructies bedacht. Zo zou de doop noodzakelijk zijn voor je redding, waardoor zo vroeg mogelijk dopen voor de hand lag (zodat men niet ongedoopt zou sterven). Of de doop zou in de plaats van de besnijdenis zijn gekomen (en werden de jongetjes in het Oude Testament niet als zuigeling besneden?).
Het verbond werd gesteld boven de eis van het geloof. Of het gevoel boven het Woord. Of de verkiezing werd uitgespeeld tegenover het verbond. Kerken scheurden. Het is ingewikkeld geworden. Onnodig.
Toets wat hier gezegd is, eerlijk aan de Bijbel. En trek daaruit je consequenties wie wanneer en hoe gedoopt mag worden.
Komt wat op deze site geschreven is niet overeen met wat de Bijbel zegt? Laat het ons weten.
Voetnoten
1 2 Timotheüs 3:16-17: ‘Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.’
2 Romeinen 3:9b: ‘Wij hebben immers zojuist én Joden én Grieken beschuldigd dat zij allen onder de zonde zijn…’
3 Johannes 3:16: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
4 Johannes 3:18: ‘Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.’
5 Efeze 2:8: ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God.’
6 Romeinen 8:30: ‘En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.’
7 Lukas 24:47: ‘En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.’
8 Johannes 3:3: ‘Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.’
9 Mattheüs 26:27-28: ‘Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.’
10 Handelingen 2:41: ‘Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd.’
Handelingen 8:12: ‘Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk van God en van de Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, zowel mannen als vrouwen.’
Handelingen 8:36-37: ‘En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.’ N.B.: In sommige andere vertalingen is vers 37 weggelaten als niet behorend tot de grondtekst.
11 Handelingen 22:16: ‘En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.’
12 Mattheüs 28:19: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.’
13 Efeze 2:8: ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God.’
14 Johannes 7:39a: ‘En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; Handelingen 10:47: Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden?’
15 1 Petrus 2:24: ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.’
16 Romeinen 6:4a: ‘Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood…’
17 Romeinen 6:6: ‘Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.’
18 Romeinen 6:7: ‘Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.’
19 Kolossenzen 2:11: ‘In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus.’
20 Romeinen 8:1a: ‘Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn…’
Galaten 2:20: ‘Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.’
Galaten 3:27: ‘Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.’
21 Galaten 3:29: ‘En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.’
22 Romeinen 6:4: ‘Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.
23 Handelingen 22:16: ‘En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.’
24 Romeinen 6:4: ‘Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.
25 Johannes 3:5: ‘ Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.’
26 1 Korinthe 12:13: ‘ Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.’
27 1 Petrus 3:21: ‘Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus…’
28 Romeinen 6:15-17: ‘Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid? Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent.’