Doop, geloven en aannemen

print

Doop, geloven en aannemen

Matteüs 28:19

19Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de ​Heilige​ Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.

Marcus 16:16

16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.

Handelingen 2:38

38 En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.

Handelingen 2:41

41 Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd.

Handelingen 8:12

12 Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk van God en van de Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, zowel mannen als vrouwen.

Handelingen 8:13

13 En Simon geloofde zelf ook en nadat hij gedoopt was, bleef hij voortdurend bij Filippus; en toen hij de tekenen en grote krachten zag die er gebeurden, stond hij versteld.

Handelingen 8:36-38

36 En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden?

37En ​Filippus​ zei: Als u met heel uw ​hart​ gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat ​Jezus​ Christus​ de ​Zoon van God​ is.

38 En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem.

Handelingen 9:18

18 En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt.

Handelingen 10:44-48

44Terwijl ​Petrus​ deze woorden nog sprak, viel de ​Heilige​ Geest​ op allen die het Woord hoorden.

45En de gelovigen die van de ​besnijdenis​ waren, zovelen als er met ​Petrus​ waren meegekomen, waren buiten zichzelf dat de gave van de ​Heilige​ Geest​ ook op de heidenen uitgestort werd,

46want zij hoorden hen spreken in vreemde talen en God grootmaken. Toen antwoordde ​Petrus:

47Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de ​Heilige​ Geest​ ontvangen hebben, niet ​gedoopt​ zouden worden?

48En hij beval dat zij ​gedoopt​ zouden worden in de Naam van de Heere. Toen vroegen zij hem enkele dagen bij hen te blijven.

Handelingen 16:14-15

14En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar ​hart, zodat zij acht gaf op wat door ​Paulus​ gesproken werd. 15En toen zij ​gedoopt​ was, en haar huisgenoten, drong zij er bij ons op aan: Als u van oordeel bent dat ik trouw ben aan de Heere, kom dan in mijn huis en blijf er. En zij drong er sterk bij ons op aan.

Handelingen 18:8

8 En Crispus, het hoofd van de synagoge, geloofde met heel zijn huis in de Heere; en velen van de Korinthiërs die Paulus hoorden, geloofden en werden gedoopt.

Handelingen 19:3-5

3 En hij zei tegen hen: Waarmee bent u dan gedoopt? En zij zeiden: Met de doop van Johannes.

4 Maar Paulus zei: Johannes doopte wel een doop van bekering, maar hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus,

5 en nadat zij dat gehoord hadden, werden zij gedoopt in de Naam van de Heere Jezus.

Handelingen 22:16

16 En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere.

Kolossenzen 2:12 Nadere uitleg>>

12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.

Galaten 3:27

27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.

Titus 3:3-7  Nadere uitleg>>

3Want ook wij waren voorheen onverstandig, ​ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend.

4Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn ​liefde​ tot de mensen verschenen is,

5maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van ​rechtvaardigheid​ die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn ​barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de ​Heilige​ Geest.

6Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus ​Christus, onze Zaligmaker,

7opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn ​genade, erfgenamen zouden worden, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven.

Hebreeën 6:1-2

1Laten wij daarom het eerste onderwijs met betrekking tot ​Christus​ laten rusten, en doorgaan tot de volmaaktheid, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God,

2van de leer van de dopen, van de handoplegging, van de opstanding van de doden en van het eeuwig oordeel.

Hebreeën 10:22 Nadere uitleg>>

22laten wij tot Hem naderen met een waarachtig ​hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons ​hart​ gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met ​rein​ water.

1 Petrus 3:21 Nadere uitleg>>

21 Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus,

Opmerkingen

  • Veel van deze teksten laten de dooppraktijk zien: Alleen onderwezen mensen, die geloofden en zich bekeerden, die met vreugde de boodschap aannamen, die de boodschap gehoord hadden, die (met heel hun hart) geloofden, die de Heilige Geest ontvingen, van wie de Heere het hart opende, werden gedoopt.
  • De doop is als een vraag/bede aan God van een goed geweten, een vraag aan God om een zuiver geweten (NBV) (1 Petr.3:21). Degene die gedoopt wordt, bidt door de doop tot God. Dat veronderstelt bewustzijn.