☰ Menu

Titus 3:5

…maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.

Titus 3:5 omschrijft de wedergeboorte (het sterven aan de oude mens en opstaan in een nieuw leven) als een bad. Daar waar het gaat over wedergeboorte, kun je ook over de doop spreken. De doop maakt immers de wedergeboorte zichtbaar die in de dopelingen heeft plaatsgevonden. Vandaar dat de lezers vanuit dat perspectief (vergelijk vers 5a: ‘Hij maakte ons zalig’) worden aangesproken.

Context

Voor een goed verstaan lezen we het gedeelte Titus 3:4-7:

4 Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,
5 maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.
6 Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker,
7 opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, erfgenamen zouden worden, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven.

Bad en wedergeboorte

Paulus stelt in Titus 3 vast, dat God zalig maakt ‘door het bad van de wedergeboorte en vernieuwing door de Heiligen Geest.’  Er wordt hier gesproken over een ‘bad van de wedergeboorte.’ Is dat een synoniem voor de doophandeling? Nee. Bij de bespreking van 1 Petrus 3:21 concludeerde ik al, dat de doophandeling zelf niet zalig maakt. Dat doet God (vers 5a). Wel wordt hier door het woord ‘bad’ een link gelegd naar de betekenis van de doop: begraven worden in het waterbad met Christus (de oude mens sterft met Christus), de zonden worden als het ware afgewassen in het water, en de dopeling staat – gereinigd – weer uit het water op (Romeinen 6:41). Sterven aan de oude mens en opstaan in een nieuw leven ís de wedergeboorte. Vandaar dat er – heel toepasselijk – wordt gesproken over de wedergeboorte als een bad. Het woord ‘bad’ is dus een uitdrukking die bij het woord ‘wedergeboorte’ hoort. De wedergeboorte is als een bad dat reinigt. De doop met water maakt dit zichtbaar. Dit alles kan niet zonder het vernieuwende werk van de Heilige Geest. In die zin leggen de kanttekenaren ook de uitdrukking ‘bad der wedergeboorte’ uit.2

« vorige Bijbeltekst | volgende Bijbeltekst »


 

Voetnoten

1 ‘Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.’

2 De kanttekenaren merken op bij de uitdrukking ‘bad der wedergeboorte’: ‘Dat is, door de wedergeboorte en vernieuwing des Heilige Geestes, die als een waterbad is, waardoor de vuiligheden onzer zonden gewassen en gereinigd worden, Ezechiël 36:25-27, waarvan het waterbad des doops een teken en zegel is. Zie dergelijke wijze van spreken Romeinen 4:11.’